Ontwikkeling in AWBZ en Wmo
De kosten van de zorg worden in Nederland door de regering te hoog geacht, onder andere als gevolg van vergrijzing. De stijging van de levensduur en de toename van de medische mogelijkheden zijn daarvan belangrijke oorzaken. In Nederland wordt bijvoorbeeld langdurig verblijf in verzorgings- en verpleeghuizen vergoed door de Rijksoverheid vanwege de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). De uitgaven in verband met deze onverzekerbare risico’s bedragen inmiddels meer dan 12 % van de begroting van de Rijksoverheid. Globaal gesteld, gaan dus ieders belastingcenten voor een 1/8 naar deze zorg.
Deze situatie leidde in 2007 tot nieuwe wetgeving – de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Deze wet vervangt de Welzijnswet, de Wet voorzieningen gehandicapten en een deel van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Daardoor wordt de zorg, die aan huis wordt verricht, uit de AWBZ gehaald en bij de gemeente ondergebracht. Dit betreft de inzet bij problemen bij:
– het voeren van een huishouden,
– het aangaan en onderhouden van sociale contacten,
– het zichzelf kunnen verplaatsen binnen de gemeentegrenzen,
– het zich bewegen in en rond de woning en
– in de dagelijkse zorg voor gezinsleden.
De gemeente, die zich dicht bij de zorgvrager bevindt, wordt geacht zaken beter te kunnen onderkennen en goedkoper oplossingen te vinden. Met behulp van marktwerking en concurrentie brengt de gemeente de zorgtaken onder bij zorgaanbieders en neemt zij de betreffende kosten met behulp van een Rijkstoelage voor haar rekening.
Het betreft dus het deel van de AWBZ dat in de thuissituatie bestemd was voor de huishoudelijke zorg en voor voorzieningen voor gehandicapten. Ook de zorg voor verslaafden, daklozen, slachtoffers van geweld, probleemjongeren en de GGZ wordt naar de Wmo geschoven. Alleen de zorg voor mensen in instellingen en tehuizen, blijft in de AWBZ.
Ook op de eigen omgeving wordt een beroep gedaan, wat vorm krijgt in mantelzorg.
Er gaat dus steeds op gelet worden of de zorg echt wel nodig is. De inzet van gemeentewege is pas aan de orde daar waar betrokkenen samen met hun omgeving, zich niet redden. De gemeente moet dan het tekort compenseren (de zgn. compensatieplicht). Er zijn grenzen aan de eigen zelfredzaamheid en dan is de Overheid aan de beurt.
Zo hoopt men te bereiken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven, zichzelf redden en zoveel mogelijk gaan of blijven meedoen in de samenleving, terwijl de kosten beperkt blijven.
Mocht naar uw mening de toekenning wezenlijk niet voldoen, dan kunt u tegen het besluit in bezwaar gaan. In de bezwaarprocedure kunt u de gehele besluitvorming nog eens opnieuw laten doen. Dat kost niets.
Kanteling
Inmiddels zijn we bij een tweede fase in dit hele proces, de zgn. Kanteling.
Bij de Kanteling gaat eerst de vraag gesteld worden, wat de behoefte, het eigenlijke probleem is. Voor loopproblemen kan een rollator de oplossing zijn, maar ook verhuizen naar een gelijkvloerse woning of verbouwen. Bij het laatste moet en kan ook vergoed worden, maar anders dan je vroeger zou doen. De kunst is ook om professionele en mantelzorg goed op elkaar te laten aansluiten.
De verstrekkingen staan dus niet meer centraal, maar het probleem / de behoefte, die integraal aangepakt wordt d.w.z. met alle aspecten wordt tegelijk rekening gehouden. Zo wordt een lange termijn oplossing gerealiseerd, die hopelijk eigenlijk beter is en tegelijk goedkoper.
De Kanteling vergt een omschakeling van de Wmo-consulenten. Maar ook als aanvrager is het goed zich te realiseren dat nu op een nieuwe manier gewerkt wordt. Het komt aan op maatwerk. We moeten allemaal “kantelen”.
Organisatie in Wageningen
In Wageningen werd het zgn. Knooppunt met wmo-consulenten gerealiseerd, waar men huishoudelijke hulp, thuiszorg, (verzorging en verpleging), hulpmiddelen als trapliften, scootmobielen en dergelijke kan aanvragen.
De gemeente Wageningen heeft contracten met zorgleveranciers Beeuwkes, Thuiszorg Service Nederland, en Opella. Aanvragen in Wageningen voor zorg en ondersteuning vanuit de Wmo dienen gedaan te worden bij het Knooppunt, Stadskantoor, Olympiaplein 1, Wageningen (www.knooppuntwageningen.nl). In de ochtend is het loket geopend. Tel. spreekuur van 9.00 – 10.00 uur, nr. 317-492450.
De Wmo verplicht gemeenten de gebruikers van dit soort ondersteuning hierbij te betrekken in de vorm van een Adviesraad. In Wageningen is er een Adviesraad gekomen met betrekking tot zowel de Wet maatschappelijke ondersteuning als de Wet Inburgering, dus geheten Adviesraad Wmo/WI. Deze raad krijgt de gemeentelijke nota’s toegespeeld waarover vaak op korte termijn advies moet worden geleverd. De Wageningse adviesraad is breed samengesteld met leden van de belangrijkste gebruikersgroepen (ouderen, chronisch zieken, gehandicapten, GGZ, migranten, enz.). Met de komst van de Adviesraad Wmo-WI werden de Seniorenraad, de Gehandicaptenraad en de Adviesraad Multicultureel Wageningen opgeheven. De kerken zijn hier vanaf het begin ook bij betrokken, omdat deze zich de zorg voor mensen met beperkingen tot taak rekenen. Daarbij zal de gemeente niet elke kerk apart raadplegen, maar bij voorkeur zich richten op een gezamenlijk geluid. Andersom is het geluid van de kerken ook veel sterker als het van de gezamenlijke kerken komt.
De hoofdpunten uit de Adviesraad worden via het Platform aan de diaconieën doorgespeeld. Anderzijds proberen de diaconieën een open oog en oor te hebben voor signalen uit die achterban. Het platform stelt zich daarbij constructief op. Evelien van der Vinne is lid van de Adviesraad op voordracht van de DWPW.